Hoe zit het precies met dubbelgangers?
05 April 2023
contact us - contact us -Hoe zit het precies met dubbelgangers?
Wat is een portret?
Bij een portret denken veel mensen als eerste aan portret- en pasfoto’s of aan een getekend portret van iemands gezicht. Dat zijn inderdaad portretten. In
juridische zin is het begrip ‘portret’ ruimer. Het portretrecht is in Nederland geregeld in onze Auteurswet. Dat is best opmerkelijk omdat het portretrecht weinig tot niets te maken heeft met de auteursrechtelijke bescherming van ‘werken’ zoals bijvoorbeeld ontwerpen, boeken, muziek en films. Voor de juridische betekenis van ‘portret’ moeten we hoe dan ook de Auteurswet raadplegen. Bij een portret gaat volgens de wetgever om ‘een afbeelding van het gelaat van een persoon, met of zonder die van verdere lichaamsdelen, op welke wijze zij ook vervaardigd is ’. De manier waarop het portret is weergegeven is daarbij niet relevant: schilderen, fotograferen, tekenen, beeldhouwen of bijvoorbeeld als onderdeel van een uitzending op televisie of live optreden of in de vorm van een hologram, het zijn allemaal portretten. De oplettende lezer ziet dat niet alleen gelaatstrekken een rol kunnen spelen bij de
inkadering van het portret. Ook kenmerkende lichaamstrekken van een persoon of een typische lichaamshouding kunnen gezien worden als een portret, zelfs als het gezicht van die persoon onherkenbaar is gemaakt. Het gaat er om dat die persoon aan de hand van die lichaamskenmerken- of houding herkenbaar is en dat zijn of haar identiteit kan worden vastgesteld . Denk aan het kenmerkende achterhoofd met dreadlocks van
Bob Marley, Michael Jackson met zijn hoed, haar en typerende danshouding en Freddie Mercury in zijn gele jasje met witte broek en microfoon tijdens het legendarische optreden van Queen voor een kolkende menigte in het Wembley stadion. De factor herkenbaarheid brengt met zich mee dat ook karikaturen en lookalikes een portret van iemand kunnen zijn.
Portretten: al dan niet in opdracht gemaakt
Een portret kan in opdracht van de geportretteerde gemaakt zijn, zoals bijvoorbeeld een pasfoto. Een portret kan ook juist niet in opdracht gemaakt zijn. Denk aan de fotograaf die voor een roddelblad of *juicechannel* vanuit de struiken aan de overkant van de straat stiekem een foto van een bekende artiest maakt. Bij eenin opdracht gemaakt portret regelen de artikelen 19 en 20 van de Auteurswet (Aw) dat de geportretteerde een aantal bevoegdheden heeft in relatie tot de maker/auteursrechthebbende van het portret, met name met het oog op het verdere gebruik van het portret. Bij niet in opdracht gemaakte portretten regelt artikel 21 Aw dat zo’n portret niet openbaar mag worden gemaakt indien een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen deze openbaarmaking verzet. Degene die is afgebeeld kan publicatie van zijn of haar portret verhinderen met een beroep op een redelijk belang dat zwaarder weegt dan het belang van degene die het portret openbaar wenst te maken. Let wel, het gaat hier uitsluitend over de openbaarmaking of publicatie van een portret. Het maken of reproduceren van een portret is onder normale omstandigheden toegestaan.
Portretrecht: niet in opdracht gemaakte portretten
Wanneer is sprake van een ‘redelijk belang’? In principe kan het bij deze open norm om twee verschillende rechtsgronden gaan: een privacybelang of een commercieel belang van de geportretteerde. Het privacybelang of -grondrecht van de geportretteerde vormt de kern van het portretrecht. Iedereen geniet juridische bescherming tegen inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit. Het publiceren van een portret kan daar een inbreuk op vormen, bijvoorbeeld bij het ongewenst verspreiden van een
naaktfoto. Ook het ongewenste gebruik van een portret ter ondersteuning van commerciële reclame kan voor de geportretteerde een redelijk belang geven om iets tegen de reclameboodschap te kunnen doen . Het andere ‘redelijk belang’ is het commercieel belang van de geportretteerde. Het gaat hier om een vorm van exploitatiebescherming vanwege de bekendheid van de geportretteerde. Dit laatste wordt ook wel verzilverbare populariteit of goodwill genoemd. Zo hebben bekende artiesten, sporters en acteurs meestal een verzilverbare populariteit waarmee zij hun portret- en imagerechten commercieel kunnen exploiteren. Zij kunnen vanwege deze goodwill een vergoeding vragen voor het commerciële gebruik van hun portret in reclames en ter aanprijzing van producten, diensten of merken, zoals bijvoorbeeld merchandise. Het mogen gebruiken van hun portret is in zo’n geval aan een financiële voorwaarde gekoppeld. Hetzelfde kan gelden voor fotomodellen die voor de commerciële exploitatie van hun portret normaal gesproken een vergoeding kunnen ontvangen. Als een geportretteerde een redelijk belang kan inroepen dat zich tegen publicatie van zijn of haar portret verzet, wil dit niet automatisch zeggen dat publicatie van het portret verboden is. Er moet namelijk altijd eerst nog een belangenafweging gemaakt worden tussen het redelijk belang van de geportretteerde en
het belang bij publicatie van het portret. Daarmee geeft het portretrecht de geportretteerde zeker geen absoluut recht. Andere grondrechten zoals de informatie- en uitingsvrijheid kunnen onder de gegeven feiten en omstandigheden zwaarder wegen dan het redelijk belang van de geportretteerde. Denk aan de grote nieuwswaarde of informatieve waarde van een bepaalde publicatie met foto, zoals bijvoorbeeld de foto waarop Willem Endstra samen met Willem Holleeder te zien is, zittend op een bankje in Amsterdam. Doordat er altijd nog een belangenafweging moet worden gemaakt bij de vraag of een portret gepubliceerd mag worden, zal dit ook per situatie steeds opnieuw bekeken moeten worden. Welk redelijk belang heeft de geportretteerde, welk belang bestaat er bij publicatie van het portret en welk belang weegt in deze specifieke situatie zwaarder?
Lookalikes
Tegen deze portretrechtelijke achtergrond rijst de vraag hoe het zit met dubbelgangers van (bekende) artiesten. De Nederlandse rechter heeft al eerder geoordeeld dat een lookalike een portret kan zijn. Hetzelfde kan gelden voor karikaturen, strippersonages en characters van bestaande personen. Eerder dit jaar moest de Hoge Raad zich buigen over de vraag of het afbeelden van een lookalike van de bekende sporter, professioneel autocoureur en regerend wereldkampioen Formule 1 Max Verstappen in een reclamevideo op social media van online supermarkt Picnic als gebruik van zijn portret moet worden gezien. In het filmpje brengt de lookalike van Max Verstappen boodschappen rond, net zoals Max Verstappen op dat moment zelf deed in een landelijke televisiereclame van supermarktketen Jumbo. Waar de Rechtbank in eerste aanleg tot gebruik van het portret van Max Verstappen oordeelde, kwam het Hof in hoger beroep tot een andere conclusie door te overwegen dat het voor het publiek duidelijk is dat het niet om de echte Max Verstappen gaat en dat daarom geen sprake was van gebruik van zijn portret. De Hoge Raad over weegt dat een afbeelding van een lookalike, bijvoorbeeld in een filmpje, onder de gegeven feiten en omstandigheden een ‘portret’ van de persoon kan zijn op wie de dubbelganger lijkt. Herkenbaarheid van de afbeelding speelt daarbij een rol, maar zeker ook dat bijkomende omstandigheden deze herkenning kunnen vergroten, zoals bijvoorbeeld de manier waarop de lookalike gepresenteerd wordt aan de hand van kleding en grime. Maar ook wat er verder nog in beeld wordt gebracht en de context waarin de afbeelding openbaar is gemaakt, kunnen van invloed zijn op de herkenbaarheid om van een ‘portret’ te kunnen spreken. Dat mensen zien dat het om een lookalike en niet om Max Verstappen zelf gaat, brengt hier geen verandering in. De afbeelding van de lookalike van Max Verstappen in de commercial van Picnic is daarmee gebruik van een portret van de echte Max Verstappen. De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak van Max Verstappen tegen Picnic is in ieder geval goed nieuws voor (bekende) artiesten. Zij kunnen zich op basis van hun portretrecht ook verzetten tegen het afbeelden van
lookalikes in commerciële uitingen.
Bjorn Schipper is advocaat en oprichter van Schipper Legal in Amsterdam.
Lees de blog hier!
more insights
Het verbod op een dansstijl: bubbling op het zomercarnaval
In de aanloop naar het Zomercarnaval in Rotterdam ontstond de nodige commotie over het door de organisatie aangekondigde verbod op de dansstijl- en vorm bubbling. De organisatie van de straatparade verbood de deelnemers aan het Zomercarnaval ‘vulgair te dansen’. Daarbij werd de dansstijl- en vorm bubbling als voorbeeld gegeven.
06 March 2024
ReadKunstmatige intelligentie roept interessante juridische vragen op: zelflerende machines
Kunstmatige intelligentie oftewel Artificial Intelligence (AI) is nu al niet meer weg te denken. In het afgelopen jaar stond dit technologische fenomeen meer dan eens centraal in de mediaberichtgeving. Of het nu gaat over de duistere kanten van generatieve AI – ‘AI is een nieuw gevaarlijk wapen en vormt een existentiële bedreiging voor de mensheid’ – of de onbegrensde mogelijkheden van de toepassing van deze technologische ‘zelflerende machines’ bij het maken van creaties, AI gaat in onze mensenlevens een steeds belangrijkere rol spelen. In deze bijdrage voor Muziekwereld ga ik in op een aantal juridische aspecten van AI die met name voor de muzieksector van belang kunnen zijn.
06 March 2024
ReadSubsidies als smeermiddel voor festivalprogrammering: evenementenbeleid gemeente Amsterdam ter discussie
In mijn bijdrage aan deze subsidiespecial van Muziekwereld zoom ik graag in op een recent aangekondigde aanpassing van het evenementenbeleid van de gemeente Amsterdam die mogelijk ingrijpende gevolgen kan hebben voor de festivalmarkt. Niet alleen in de hoofdstad maar ook elders, als andere gemeenten dit voorbeeld gaan volgen. Waar de gemeente inzet op muzikaal-inhoudelijke bemoeienis met de programmering van festivals, vestig ik graag de aandacht op verstrekking van speciale subsidies als alternatief smeermiddel om tot hetzelfde resultaat te kunnen komen.
06 March 2024
Read