ellipse

Na vijf jaar maakt de wetgever de balans op

Screenshot 2022 06 10 at 11 09 31

Na 5 jaar maakt de wetgever de balans op

Auteurscontractenrecht

Het sinds 1 juli 2015 geldende auteurscontractenrecht strekt ten faveure van de positie van de makers – hier: muziekauteurs en uitvoerende kunstenaars (artiesten) – met het doel hun contractuele positie ten opzichte van exploitanten te verstevigen en hun verdienmogelijkheden te versterken. Het nieuwe auteurscontractenrecht vindt zijn weerslag in een aantal wijzigingen van onze Auteurswet (Aw) en Wet naburige rechten (Wnr). De dwingendrechtelijke bepalingen van het auteurscontractenrecht zijn van toepassing op exploitatieovereenkomsten waarbij het hoofddoel verlening van exploitatiebevoegdheden is en waarbij vanuit maker sprake is van een rechtenoverdracht of licentieverlening.

Het auteurscontractenrecht is voor muziekauteurs geregeld in artikel 25b t/m 25h Aw. De schakelbepaling van artikel 2b Wnr trekt deze nieuwe rechtsregels door naar de positie van de uitvoerende kunstenaars. Het auteurscontractenrecht ziet onder meer toe op de aanspraak van makers op een (aanvullende) billijke vergoeding voor de makers, een bestsellerbepaling (disproportionaliteitsregel), een (schriftelijk) aktevereiste voor exclusieve auteursrechtelijke en nabuurrechtelijke licenties, een non usus-bepaling (niet-gebruik), een verbod op onredelijke bepalingen en het in het leven roepen van een speciale Geschillencommissie Auteurscontractenrecht (ACR).

Insteek onderzoeksrapport


Het onderzoek spitst zich toe op de effecten van het nieuwe auteurscontractenrecht op de bestaande contractpraktijk, het signaleren van praktische onduidelijkheden en specifieke aandachtspunten. De onderzoekers stellen duidelijk dat het nog te vroeg is om de vraag te beantwoorden of het auteurscontractenrecht haar doelen heeft bereikt. Aktevereiste voor rechtenoverdracht en exclusieve licentiesDe onderzoekers signaleren dat de praktijk nog onvoldoende rekening houdt met het feit dat een overdracht en exclusieve licentie van auteursrechten en naburige rechten schriftelijk in een ‘akte’ moeten worden vastgelegd (artikel 2 lid 3 Aw). Het gaat hier om een ondertekend document waaruit in voldoende mate blijkt welke auteursrechtelijke bevoegdheden op welke werken worden verleend in de vorm van een overdracht en levering van auteursrechten of exclusieve licentie. Dit ter bescherming van de makers om te voorkomen dat zij al te lichtzinnig hun rechten wegtekenen. Recht en praktijk lopen uiteen doordat vandaag de dag veel communicatie langs elektronische weg plaatsvindt en dit soort documenten per e-mail worden uitgewisseld. Mogelijke consequentie is dat deze overdrachten en licenties wegens het niet voldoen aan het wettelijke aktevereiste vernietigbaar of zelfs nietig kunnen zijn. Een belangrijke waarschuwing aan de praktijk. Het is daarbij de vraag wat de status van een elektronische handtekening is. De onderzoekers bevelen aan dat ook elektronische documenten als een ‘akte’ gezien kunnen worden, zolang de bedoeling maar duidelijk kenbaar is dat rechten worden overgedragen of in licentie worden gegeven. De vervanging van het aktevereiste door een schriftelijkheidsvereiste – waarbij een handtekening niet meer nodig is – wordt niet aanbevolen omdat hiermee het risico ontstaat dat exploitanten een rechtenoverdracht of exclusieve licentie als kleine lettertjes in de algemene voorwaarden kunnen gaan verstoppen.

Lees het gehele artikel hier!

more insights

View all